
1.grote deur aan het einde van een kerk (tegenover het koor) (WNT); toegangsdeur Voorbeeld: ‘
In de week kwam hij alle dagen naar de mis, maar dan zat hij heel langs achter tegenaan de muur aan de endeldeur’ Voorbeeld: ‘
Zo gauw Schellebelle achter de hoek verdwenen was, sloop hij langs de endeldeur van de koestal, naar dat lommerhoe...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0008.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.