eng bijv.naamw. Uitspraak: [ ɛŋ ] 1) om bang van te worden Voorbeeld: 'een enge film' Synoniem: griezelig 2) erg smal Voorbeeld: 'een eng steegje' Synoniem: nauw Synoniemen: akelig angstaanjagend angstwekkend beangstigend bekrompen benauwend dicht dreigend engeltje griezelig hemelgeest kleingeestig krap macaber met...
1) Aaneengesloten 2) Affreus 3) Akelig 4) Angstaanjagend 5) Angstwekkend 6) Bar 7) Beangstigend 8) Bekrompen 9) Belabberd 10) Benard 11) Benauwd 12) Benauwend 13) Benepen 14) Beperkt 15) Dreigend 16) Enk 17) Griezelig 18) Krap 19) Lam 20) Macaber 21) Naar 22) Nauw 23) Nauwsluitend 24) Onguur 25) Schrikaanjagend 1) Affreus 2) Afgrijswekkend 3) Afgrijzenwekkend 4) Akelig 5) Akker 6) Angstaanjagend 7) Angstwekkend 8) Bar 9) Beangstigend 10) Bekrompen 11) Benauwd 12) Benauwend 13) Benepen 14) Beperkt 15) Beperkt van ruimte 16) Bleek 17) Dicht 18) Dreigend 19) Ellendig 20) Enk 21) Gemeenschappelijke weide 22) Griezelig 
Let op: Spelling van 1858 heet eene harmonie, wanneer de toonen, die tot een accoord behooren, digt bij elkander liggen; wijd of verstrooid daarentegen, wanneer zij ver uit elkander gelegen zijn
bouwland (toon de herkomst via de etymologiebank)
•angst veroorzakend. •met weinig tussenruimte.
nauw
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] de vruchtbare grond rondom de dorpen, ingesloten door heide, gemeenschappelijk bezit der dorpsbewoners. Daar men algemeen spreekt van den Eng, wordt Eng meestal tot Neng.
bouwland - Jaar van herkomst: 801 (Künzel )