Zie ook:
etiketteer

etiketteren werkw. Uitspraak: [ etikɛ'terə(n) ] Afbreekpatroon: eti·ket·te·ren Vervoegingen: etiketteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geëtiketteerd (volt.deelw.)
voorzien van een etiket Voorbeelden: 'flessen etiketteren' , 'voorschriften voor het etiketteren van gevaarlijke stoffen'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/etiketteren

1) Kwalificeren 2) Van een label voorzien 3) Labelen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Etiketteren/1

Planten voorzien van een etiket of naamkaartje. Kwaliteitsplanten zijn steeds voorzien van een etiket waarop de plantensoort en cv vermeld staan.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10200
Geen exacte overeenkomst gevonden.