Let op: Spelling van 1858 uitstekend, uitmuntend, voortreffelijk. Excellentie, heerlijkheid, voortreffelijkheid; titel, welken men aan ministers en onderscheidene andere voorname personen geeft. Excelleren, uitmunten, zich onderscheiden Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/