excuseren werkw. Uitspraak: [ ɛkskyˈzerə(n) ] Afbreekpatroon: ex·cu·se·ren Vervoegingen: excuseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geëxcuseerd (volt.deelw.) verontschuldigen Voorbeeld: 'je excuseren voor het wangedrag van de kinderen' Wilt u mij even excuseren? (<dit zeg je als je even wilt weggaan; bijvoorbeeld naar het ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/excuseren
zeggen dat het je spijt vb: hij excuseerde zich toen hij tegen haar aan botste wilt u mij even excuseren? [vindt u het goed dat ik even wegga?] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=excuseren