de farmacie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ fɑrma'si ] Afbreekpatroon: far·ma·cie wetenschap van de eigenschappen, bereiding en werking van geneeskrachtige stoffen Voorbeeld: 'Als je farmacie gestudeerd hebt kun je apotheker worden.' Synoniemen: apotheek 
1) Studierichting 2) Wetenschap van medicijnen 3) Apothekerskunst 4) Apotheek 5) Artsenijkunde 6) Wetenschap van geneesmiddelen 7) Artsenijbereidkunde 8) Kennis van de geneesmiddelen 9) Leer der geneesmiddelen 10) Kennis van geneesmiddelen 11) Geneesmiddelenwinkel 
[levenswetenschappen] Farmacie is de studie die zich bezighoudt met het bereiden, samenstellen, verduurzamen en leveren van geneesmiddelen. Wie farmacie heeft gestudeerd kan apotheker worden. Klinische farmacie houdt zich bezig met alle aspecten van geneesmiddelen en andere farmaceutische producten die in het ziekenhuis door...
artsenijbereidkunde, apotheek
Het bestuderen en de praktijk van het maken, bewaren, mengen en klaarmaken van geneesmiddelen.
De leer van geneesmiddelen..
Geneesmiddelenkunde
leer van de bereiding van geneesmiddelen (toon de herkomst via de etymologiebank)