fatsoenshalve bijwoord Afbreekpatroon: fat·soens·hal·ve uit fatsoen, om het fatsoenlijk te houden Voorbeeld: 'Ik riep iets wat ik fatsoenshalve niet zal herhalen.' . 1 definitie Gevonden op https://www.woorden.org/woord/fatsoenshalve
met het oog op het fatsoen; omwille, ter wille van het fatsoen; vanwege het fatsoen; uit fatsoen; uit fatsoensoverwegingen; om niet onfatsoenlijk te zijn; om het fatsoenlijk te houden Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/fatsoenshalve