[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (den) (Vlaams, =
feestvieren, goeden sier maken met meer of min luidruchtigheid.
Fietel of
fiertel of
fierter = Latijn
feretrum = relikwiekas; dus de relikwiekas dragen in een plechtige processie of omgang, vandaar hoovaardig zijn, pochen, luid...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0010.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.