de fietseling zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: fiet·se·ling Verbuigingen: fietselingen (meerv.) neologisme in de jaren 1970 ingevoerd door Luc Versteylen en zijn actiegroep De Groene Fietsers voor een combinatie van fiets en betoging . 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/fietseling