een dunne, fijne top hebbende - Voorbeeld: ‘De grote, zwarte lorkebomen stonden als reusachtige kandelaren, fijntopte, fluweel-zwart, de wijdopene takken met franjelig spinneweb behangen’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0009.php