filistijnen zelfst.naamw. Uitspraak: [ filis'tɛinə(n) ] Afbreekpatroon: Fi·lis·tij·nen naar de filistijnen (als iets beschadigd is of niet meer functioneert) 'Ik ben met mijn fiets onder een auto gekomen. Mijn fiets is helemaal naar de filistijnen.' Synoniem: kapot Spreekwoorden en zegswijzen • naar de Filistijnen (=reddeloos ver...
1) Bijbelse term 2) Kustbewoners van Palestina 3) Lid van een oudtestamentisch volk 4) Volk in Azië 
niet-gelovigen (bijbels) vb: hij zocht een vrouw onder de filistijnen
Een volk dat in vijf stadstaten in het zuidwesten van Palestina woonde.
[bijbel] Vijanden van het oude Israël. In de profetieën van de boeken Samuël en Richteren staan zij model voor de heidense volkeren.