de flapoor zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: flaporen Verbuigingen: flapoortje 1) zeer groot, uitstaand oor 2) iemand met zeer grote en uitstaande oren 3) konijn 
1) Iemand met grote oren 
oorschelp die van het hoofd afstaat; oor dat van het hoofd afstaat; van het hoofd afstaand oor oor dat van de kop afstaat of afhangt; van de kop afstaand of afhangend oor iemand die van het hoofd afstaande oorschelpen heeft; iemand die van het hoofd afstaande oren heeft; iemand met van het hoofd afstaande oren; iemand met een of twee flaporen
het naar buiten staan van de oren
onder Groninger schippers gebruikte bijnaam voor een kanaalzwaard .