de flapuit zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ flɑpˈœyt, ˈflɑpœyt ] Afbreekpatroon: flap·uit Verbuigingen: flapuiten (meerv.) iemand die vanalles zegt zonder na te denken Synoniemen: babbelachtig babbelziek indiscreet kletserig kletsgraag loslippig mededeelzaam praatgraag praatziek spraakzaam 3 definities...
1) Babbelaarster 2) Babbelachtig 3) Babbelziek 4) Enfant terrible 5) Extraverte persoon 6) Iemand die ongepast zijn mening geeft 7) Iemand die ongeremd praat 8) Iemand die ongeremd zijn gedachten uit 9) Iemand die zegt wat hij denkt 10) Indiscreet 11) Kinderprogramma 12) Kletserig 13) Kletsgraag 14) Kletskop 1) Babbelachtig 2) Babbelziek 3) Indiscreet 4) Kletserig 5) Kletsgraag 6) Kletskop 7) Kletskous 8) Loslippig 9) Mededeelzaam 10) Praatal 11) Praatgraag 12) Praatziek 13) Spraakzaam 
iemand die zijn gedachten meteen uitspreekt (toon de herkomst via de etymologiebank)
iemand die alles zegt wat voor zijn mond komt vb: die flapuit denkt nooit na voordat ze iets zegt
iemand met het hart op de tong