1) Ataraxie 2) Kalmte 3) Lamlendigheid 4) Onverstoorbaarheid 5) Stoliditeit 1) Bedaardheid 2) Gal 3) Gevoelloosheid 4) Inertie 5) Kalmte 6) Kant van een zaak 7) Natuurlijke onaandoenlijkheid 8) Natuurlijke ongevoeligheid 9) Onaandoenlijk 10) Onaandoenlijkheid 11) Onverschilligheid 12) Onverstoorbaarheid 13) Onverstoorbare kalmte 14) Traagheid 
onverstoorbaarheid, kalmte (toon de herkomst via de etymologiebank)
houding die zich kenmerkt door kalmte, beheersing van emoties en een gelijkmatige stemming ongeacht de omstandigheden
onverstoorbaarheid
(1) ontsteking met slijmvorming(2) flegmatisch temperament, onverstoorbare kalmte