Foefeling definitie

Zoek op

Foefeling

Foefeling logo #11618 1.rommel, wanorde Voorbeeld: ‘Bachtem een foefeling van halfgespannen of loshangend dweil- en drolgoed, op een omgekeerde bak, zat een jongen’ 2.geknoei, gekuip Voorbeeld: ‘Daar zijn vrouw altijd recht door zee wilde en van geen foefeling hield, vreesde hij het spel te zien verbrodden als zij er in gemoeid werd
Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0009.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.