de fokker zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'fɔkər ] Afbreekpatroon: fok·ker Verbuigingen: fokkers (meerv.) de fok - ster zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'fɔk - stər ] Afbreekpatroon: fok·ker Verbuigingen: foksters (meerv.) iemand die als beroep vee of andere dieren houdt om ze jonge dieren te laten voortbrengen Voorbeeld: 'hondenfokker' Sy...
1) Teler 2) Nederlands vliegtuigmerk 3) Aankweker van vee 4) Aankweker 5) Kweker van dieren 6) Nederlandse luchtvaartpionier 7) Kweker 8) Luchtvaartpionier 9) Befaamd Nederlands vliegtuig 10) Beroep 11) Vliegtuig 12) Vliegtuigfabrikant 13) Vliegtuigbouwer 14) Dierenkweker 15) Bedelaar 16) Nederlandse natuurkundige 
iemand die zich, voor zijn beroep of uit liefhebberij, bezighoudt met het fokken van dieren
De persoon die ten tijde van de worp eigenaar van de moederhond is.
degene die ten tijde van de worp eigenaar van de moederhond is
zwerver (toon de herkomst via de etymologiebank)
Een groep enthousiaste technici van Fokker haalt de Spin uit Aviodome en maakt hem weer vliegklaar...
[I] iemand die fokt [II] vliegtuigmerk