forenzen werkw. Uitspraak: [ foˈrɛnzə(n) ] Afbreekpatroon: fo·ren·zen Vervoegingen: forensde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geforensd (volt.deelw.) heen en weer reizen tussen de plaats waar je werkt en je woonplaats Zie ook: forens Synoniemen: pendelen Gevonden op https://woorden.org/woord/forenzen