de futiliteit zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ fytili'tɛit ] Afbreekpatroon: fu·ti·li·teit Verbuigingen: futiliteiten (meerv.) iets dat onbelangrijk is Voorbeelden: 'Hij is gauw aangebrand en wordt al boos om een futiliteit.' , 'een debat over futiliteiten' Synoniem: kleinigheid Synoniemen: bagatel dingetje kleinigheid niemendalletje nie...
1) Armzaligheid 2) Bagatel 3) Beuzelarij 4) Beuzeling 5) Detail 6) Dingetje 7) Kleinigheid 8) Niemendalletje 9) Nietigheid 10) Onbeduidend geval 11) Onbeduidend iets 12) Onbeduidende kleinigheid 13) Onbeduidende zaak 14) Onbeduidendheid 15) Onbelangrijkheid 16) Onbenullig iets 17) Onbenullige zaak 18) Onbenulligheid 1) Bagatel 2) Beuzelarij 3) Beuzeling 4) Detail 5) Dingetje 6) Kleinigheid 7) Niemendalletje 8) Nietigheid 9) Nulliteit 10) Onbeduidendheid 11) Onbelangrijkheid 12) Peulenschil 13) Wissewasje 
nietigheid, kleinigheid (toon de herkomst via de etymologiebank)
kleinigheid, zaak van weinig belang Voorbeeld: Dat je je druk maakt om zo’n futiliteit…
nietigheid, kleinigheid