
peuteren, knutselen, prutsen - Voorbeeld: ‘
Daarna trantelde hij weer naar het kot gaan futteren in zijn zak daar veel kleinigheden van huis in staken’ - Voorbeeld: ‘
Ik kwetste mijn vingers met trekken aan het stevig deksel en futterde met nagels in 't slot’
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0009.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.