het geboorteoverschot zelfst.naamw. Afbreekpatroon: ge·boor·te·over·schot Verbuigingen: geboorteoverschotten (meerv.) Verbuigingen: geboorteoverschotje (verkleinwoord) het verschijnsel dat in een gebied in een bepaalde periode het aantal geboorten structureel hoger ligt dan het aantal sterfgevallen Voorbeeld: 'Het geboorteoverschot word...
Het aantal levendgeborenen min het aantal overledenen in een bepaalde periode.
(natuurlijke bevolkingsgroei) Het aantal levendgeborenen minus het aantal sterfgevallen. 
Het aantal geboorten overtreft het aantal sterfge- vallen in een bepaalde periode. Er is dus sprake van een positieve natuurlijke groei. (Nederland 1994: 62.140 of 4 promille)
verschil tussen het aantal geboorten en het aantal sterfgeval- len
Positief verschil, saldo tussen nataliteit en mortaliteit m.a.w. het aantal van de geboorten in een bepaalde periode waarmee het aantal van de sterfgevallen wordt overtroffen.
Het verschil tussen het aantal mensen dat geboren word per 1000 inwoners en het aantal mensen dat sterft