spaarzaam, zuinig - Voorbeeld: ‘Voor de kortwoner zowel als voor de kleine gebruiker blijft het veel arbeid om weinig winst, veel voortbrengen en aan kleine prijs verkopen, en met het overschot gesparig rondkomen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php