spraakzaam, welsprekend - Voorbeeld: ‘Verbeke is een beerlelijke maar gesprakige vent’ - Voorbeeld: ‘Karkole werd gesprakig alsof hij bedronken ware, en toch bleek hij nuchter als een vis, praatte maar door’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php