het getreuzel zelfst.naamw. Afbreekpatroon: ge·treu·zel het treuzelen, het langzaamaan doen Voorbeelden: '- De leraar werd boos om het getreuzel van de leerlingen die zich niet wilden haasten toen het brandalarm afging.' , '- Soms lijkt het wel terugbrengdag in dierenwinkel de Rimboe. Van de week gebeurde het zelfs twee keer binnen een uu... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/getreuzel