vlokkig, vlokachtig (uitgebeeld, zich vertonend) - Voorbeeld: ‘Daar ten Westen, in reine eenzaamheid afgezonderd, hingen de matte wolken bleekgrijs tegen 't blauwgrijs van de hemel, wazig gevloktekend in roerloze blaasvormen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php