I Gibraltarees bijv.naamw. Afbreekpatroon: Gi·bral·ta·rees Verbuigingen: Gibraltareser Verbuigingen: Gibraltareest op Gibraltar betrekking hebbend II de Gibraltarees zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: Gi·bral·ta·rees Verbuigingen: Gibraltarezen (meerv.) een inwoner van Gibraltar, of iemand afkomstig uit Gibraltar . ...