het gijn zelfst.naamw. Herkomst: «Engels Verbuigingen: gijnen / gijns (meerv.) 1) takel voor het ophijsen van zware vrachten bouw; zeevaart Voorbeeld: 'Een gijn bestaat uit twee blokken met meerdere schijven.' Synoniem: hijswerktuig; scheepstakel 2) soort touw dat in een gijn (takel) wordt gebruikt Synon... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gijn
1> oud Nederlands voor hijswerktuig. Ook jijn genoemd, dat geldt ook voor de hierna genoemde gevallen. HELE GIJN: zie gijntakel. HALVE GIJN: zie noktakel. Zie ook vierschijfsgijn = vierloper. Soms ook geschreven als gein. 2> gebruikelijke verkorting van gijntakel, soms echter ook van gijnblok of gijnloper Gerelateerde term: kielgijn. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=geu#gijn
Ook: jijn. Takel, bestaande uit twee blokken met samen vijf of meer schijven, voor het hijsen van zware lasten. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10827