glitter zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: glit·ter Verbuigingen: glitters (meerv.) Verbuigingen: glittertje (verkleinwoord) klein, glimmend papiertje Voorbeeld: 'De meisjes waren helemaal opgedoft voor de glitter- en glamourparty.' . Synoniemen: fonkelen fonkeling glamour klatergoud schittering sprankelen 4 definities...
1) Blingbling 2) Flikkering 3) Fonkeling 4) Glamour 5) Kitsch 6) Klatergoud 7) Opzichtigheid 8) Schittering 9) Sprankelen 1) Flikkering 2) Fonkelen 3) Fonkeling 4) Glamour 5) Glansstof 6) Glinsterende deeltjes 7) Iets fonkelends 8) Kerstversiering 9) Klatergoud 10) Paillette 11) Schittering 12) Schone schijn 13) Sprankelen 14) Uiterlijk vertoon 
iets kleins dat schittert; schone schijn (toon de herkomst via de etymologiebank)
glimmend stukje dat fel schittert vb: ze had allemaal glitters in haar haar Synoniem: paillet
fonkeling
fonkeling
Garneersel bestaande uit kleine glinsterende voorwerpen of zeer kleine glinsterende stukjes.