de hesp zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ hɛsp ] Verbuigingen: hespen (meerv.) stuk vlees van een varken Voorbeelden: 'witloof met hesp en kaassaus' , 'broodje hesp' Synoniem: ham 
1) Vleesgerecht 2) Vlees 3) Vleesproduct 4) Vleeswaar 5) Onderste gedeelte van een ham 6) Deel van een varken 7) Heupgewricht 8) Broodbeleg 9) Hiel 10) Hieltje van een ham 11) Hieltje van de ham 12) Hieltje 13) Bacon 14) Bil 15) Ham 16) Hamhiel 
achterbout (dij en bil) van een dier, met name van een varken; ham dij van een mens; ham voor consumptie gedroogde, gepekelde, gerookte of gekookte achterbout, soms ook voorbout, van een geslacht varken; ham het gedroogde, gepekelde, gerookte of gekookte vlees van de achterbout en ook wel van de voorbout of schouder van een varken, dat in de vorm v...
(hieltje van een) ham
Vlaams voor het Nederlandse woord ` ham`
ham (toon de herkomst via de etymologiebank)
(hieltje van een) ham