de halm zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ hɑlm ] Verbuigingen: halmen (meerv.) omhoog groeiend deel van gras en graan dat eindigt in de aar met zaad of graankorrels biologie Voorbeelden: 'een akker met wuivende korenhalmen' , 'strohalmen' Synoniemen: ste steel steng stengel 
1) Peel 2) Grasstengel 3) Pluimgras 4) Korenaar 5) Spier 6) Graanstengel 7) Spriet 8) Stengel van een graangewas 9) Scheut 10) Bloeiwijze 11) Aar 12) Stengel 
stengel van gewas
stengel (toon de herkomst via de etymologiebank)
•gras- of graanstengel.
stengel; (verouderd) overdracht van vermogen, gesymboliseerd door het wegwerpen van een stengel