de handdoek zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈhɑnduk ] Afbreekpatroon: hand·doek Verbuigingen: handdoeken (meerv.) doek om je handen of je lichaam te drogen Voorbeeld: 'badhanddoek' de handdoek in de ring werpen (ermee ophouden) Synoniem: opgeven Synoniemen: droogdoek 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/handdoek
doek van badstof om je mee af te drogen vb: de handdoek hangt aan de lijn te drogen de handdoek in de ring gooien [het opgeven; ermee stoppen] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=handdoek
Linnen doek die de priester gebruikt nadat hij zijn handen heeft gewassen. Hij kan dit doen voor en na de dienst, als symbool voor het reinigen van het hart. Indien twee handdoeken worden gebruikt, hangen deze aan een eigen knop, waarboven de woorden 'ante' en 'post', of 'ante missam' en 'post missam' te lezen zijn, waarmee wordt aangegeven welke h... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10695