de harmonica zelfst.naamw. (v.) Verbuigingen: harmonica's Verbuigingen: harmonicaatje 1) een trekharmonica 2) een mondharmonica 3) een zigzagvormig verbindingsstuk 
1) Muziekinstrument 2) Trekorgel 3) Verbindingsstuk 4) Accordeon 5) Boekorgel 
klein rechthoekig blaasinstrument dat aan de zijkanten bedekt is met metalen schilden en aan de bovenkant voorzien is van een rooster waaronder zich lamellen bevinden die gaan trillen wanneer er met de mond in dat rooster geblazen wordt, en dat hoofdzakelijk gebruikt wordt in de volksmuziek; mondharmonica muziekspel op een mondharmonica muziekinstr...
toetsinstrument
Let op: Spelling van 1858 een bekend handspeeltuig, muzijkinstrument. Harmonie, overeenstemming van kleuren, ineensmelting van toonen; bijzonder als kunstwoord bij schilders en toonkunstenaars in gebruik; fig., overeenstemming van wil, neigingen, enz. Harmoniëren, overeenstemmen, eendragtig leven. Harm...
muziekinstrument (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [muziekinstrument] een trekharmonica. • [muziekinstrument] een mondharmonica. •een zigzagvormig verbindingsstuk.
toetsinstrument