heenrijden werkw. Afbreekpatroon: heen·rij·den Verbuigingen: reed heen Vervoegingen: heengereden (volt.deelw.) 1) op de heenweg rijden Voorbeeld: 'Heengereden waren zij over de Afsluitdijk, terugrijden deden zij door Flevoland.' 2) rijdend vertrekken Voorbeeld: 'Zij waren teleurgesteld heengereden.' . 1 definitie..... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/heenrijden