heien werkw. Uitspraak: [ ˈhɛijə(n) ] Afbreekpatroon: hei·en Vervoegingen: heide (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geheid (volt.deelw.) met een machine lange palen rechtop in de grond slaan Voorbeeld: 'Als de bodem te zacht is wordt er geheid voordat er huizen gebouwd worden.' 4 definities...
1) Bouwactiviteit 2) Bouwwerkzaamheden 3) Bouwwerkzaamheid 4) Een fundering maken 5) Met een heiblok vaststampen 6) Palen in de grond slaan 7) Palen in de grond slaan met een heiblok 8) Palen inslaan 9) Vaststampen 1) Vaststampen 
in de grond stampen (toon de herkomst via de etymologiebank)
in de grond stampen
1.hinniken, briesen Voorbeeld: ‘Het heien van de wilde hengst klinkt uitdagend over de streek’ 2.vochtig worden Voorbeeld: ‘Zij ook had geweend, doch haar wezen was kalm en zij blikte Vermeulen goedhartig aan. - God moet ons helpen, zegde zij, en de bedaarde gelatenheid en 't stil vertrouwen spraken uit de blik harer heiende ogen
in de grond stampen
1> zwaar stampen. Ook zwaar liggen rijden achter het anker. 2> het trillen van het onderlijk van het zeil. Tamelijk onbekende term.
Een heipaal op een duidelijk afgebakende plek met kracht de grond in werken zonder voorafgaande uitgraving; wordt uitgevoerd met behulp van valhamers of stoomhamers.