Let op: Spelling van 1858 halfzigtigheid, ongemak der oogen, waarbij de zieken een voorwerp niet geheel, maar slechts een, nu grooter, dan kleiner, gedeelte daarvan zien; hetzij alleen het midden, maar niet den omtrek, hetzij dezen laatste maar het middelpunt niet, of alleen de bovenste of de onderste h... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/