hetwelk pronoun Uitspraak: [ hɛt'wɛlk ] Afbreekpatroon: het·welk <dit zegt je als je praat over een het-woord of over een hele zin> ouderwets Voorbeelden: 'Hun nieuwe huis, hetwelk we makkelijk vonden, was erg mooi.' , 'Ze aaide het lammetje, hetwelk dat prettig leek te vinden.' , 'Hij zei dat we langer mochten blijven,... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hetwelk