I de homofiel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ homo'fil ] Afbreekpatroon: ho·mo·fiel Verbuigingen: homofielen (meerv.) man die zich seksueel tot mannen voelt aangetrokken ouderwets Voorbeeld: 'Hij speelt een homofiel in de film.' Synoniemen: : homo, homoseksueel (I) II homofiel bijv.naamw. Uitspraak: [ homo'fil ] Afbreekpatroo...
1) Homoseksueel 2) Nicht 
zich aangetrokken voelend tot iemand van hetzelfde geslacht; vallend op iemand van hetzelfde geslacht; in seksueel opzicht gericht op iemand van hetzelfde geslacht; een homoseksuele geaardheid hebbend; met een homoseksuele geaardheid; homoseksueel Meestal gezegd van mannen. iemand die zich aangetrokken voelt tot of valt op iemand van hetzelfde gesl...
homoseksueel
Een homofiele man houdt van mannen.
homoseksueel ; homoseksuele man (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie zich aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht vb: hij heeft geen meisje, hij is homofiel Synoniemen: homoseksueel homo lesbisch homoseksueel [2] Tegenstelling: heteroseksueel
homoseksueel