honneurs zelfst.naamw. Uitspraak: [ hɔ'nɵ:rs ] Afbreekpatroon: hon·neurs (voor iemand) de honneurs waarnemen ((in plaats van iemand) aanwezig zijn, (iemand) vervangen) 'Zij kan morgen niet komen, ik neem de honneurs voor haar waar.' Synoniemen: eerbewijzen honneur Gevonden op https://woorden.org/woord/honneurs