de hoogvlieger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈhoxflixər ] Afbreekpatroon: hoog·vlie·ger Verbuigingen: hoogvliegers (meerv.) iemand die heel intelligent is Voorbeeld: 'Het gaat niet zo goed op school, maar hij is nooit een hoogvlieger geweest.' Synoniemen: : bolleboos, uitblinker Synoniemen: bolleboos uitblinker Spreekwoorden en zegswi...
1) Bolleboos 2) Duivensoort 3) Overvlieger 4) Tamme duif 5) Topper 6) Uitblinker 7) Vogel 1) Bolleboos 2) Knapperd 3) Piloot 4) Slimmerik 5) Studiehoofd 
1) vogel die hoog vliegt; hoog vliegende vogel 2) tamme duif 3) iemand die bijzonder (intellectueel) begaafd is; (intellectueel) begaafd persoon 4) iets dat zeer veel kwaliteit heeft