de hotemetoot zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'hotəmətot ] Afbreekpatroon: ho·te·me·toot Verbuigingen: hotemetoten (meerv.) iemand die belangrijk is en veel invloed heeft informeel Voorbeelden: 'een bijeenkomst voor hotemetoten' , 'de hotemetoten van de voetbalbond' , 'De media hadden alleen aandacht voor de hotemetoten...
1) Bobo 2) Informeel hoge ome 3) Hoge ome 
hoge piet
(Amsterdams) persoon met aanzien, bobo
hoge piet (toon de herkomst via de etymologiebank)