de hoveling zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: hovelingen Verbuigingen: hovelingetje een onderdaan die tot het dagelijkse gezelschap van een vorst behoort 
1) Iemand die aan het hof verkeerd 2) Vleier 3) Iemand die tot de hofhouding behoort 4) Kamerheer 5) Kamerling 6) Kamenier 
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) persoon aan het hof van een edelman, spottend: onoprecht mens, iemand die doet alsof.
•een onderdaan die tot het dagelijkse gezelschap van een vorst behoort.
Personen die regelmatig het hof van een monarch bezoeken of tot de hofhouding behoren