huiskleding, -gewaad - Voorbeeld: ‘Voorlopig krijgen ze meestal hun huisklederen aan, want Prutske ziet er niet tegen op haar Fieten (= de poppen) drie, vier keren per dag een ander costuum aan te trekken’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0011.php