de huur zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ hyr ] Verbuigingen: huren (meerv.) 1) het huren Voorbeeld: 'Mijn huisbaas heeft me de huur opgezegd.' te huur (als iets gehuurd kan worden) 'Dit huis staat te huur' 2) bedrag dat je betaalt om iets te huren Voorbeeld: 'De huren van huizen gaan dit jaar weer omhoog.' Synoniem... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/huur
wat je betaalt om iets te mogen gebruiken vb: zij huurt dat huis van een makelaar de kale huur [waar gas en licht niet bijhoren] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=huur
1) het huren; overeenkomst waarin het huren en de rechten en plichten van de huurder en verhuurder geregeld zijn 2) bedrag dat voor het huren betaald wordt; huursom Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/huur
De overeenkomst waarin is bepaald de huurder gebruik mag maken van een gebouw of stuk grond van de verhuurder in ruil voor een vergoeding, plus de hoogte van deze vergoeding. Gevonden op https://api.kadastralekaart.com/api/v1/definition/huur
[wet en recht] Een overeenkomst waarbij de ene partij aan de andere partij een zaak ter beschikking stelt en daarvoor een vergoeding krijgt. Na afloop van de huurovereenkomst dient de zaak weer te worden teruggeven. Zaken die vaak verhuurd worden zijn woningen en auto's. Gevonden op https://www.cultureelwoordenboek.nl/wet-en-recht/huur
Overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om de ander het genot van een (roerende of onroerende) zaak te doen hebben, gedurende een bepaalde tijd tegen een bepaalde prijs.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10871
Betaling door een huurder aan een eigenaar, zoals is vastgelegd in een pachtovereenkomst of huurcontract, in ruil voor het gebruik van een duurzaam goed, bijvoorbeeld een stuk land of onroerend goed Gevonden op https://www.ksart.nl/term/huur