ijshockeyen werkw. Afbreekpatroon: íjs - hoc - key - en Herkomst: «Engels Vervoegingen: ijshockeyde (verl.tijd ) Vervoegingen: geijshockeyd (volt.deelw.) hockey spelen op het ijs sport Voorbeeld: 'ijshockeyen is anders dan gewoon hockey spelen' Zie ook: ijshockey ... Gevonden op https://woorden.org/woord/ijshockeyen