de ijsmaker zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ijs·ma·ker 1) iemand die consumptie-ijs maakt Voorbeeld: '- Veel Italianen werken in Nederland als ijsmaker.' 2) iemand die zorg draagt voor het ijs op een ijsbaan Voorbeeld: 'Sy sprongh mijn strack op mijn Schoodt,<br />Hondtje sey sij laadt ons hupsen,(…)' . ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ijsmaker