ik pronoun Uitspraak: [ ɪk ] <je gebruikt dit woord als je over jezelf praat en je onderwerp van de zin bent> Voorbeeld: 'Ik kom zo!' Synoniemen: ego Spreekwoorden en zegswijzen • wat ik je brom (=wat ik je zeg!) • wat heb ik nou aan mijn fiets hangen? (=wat gebeurt er nu v... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/ik
noemt de persoon die aan het woord is, eerste persoon enkelvoud, subject vb: ik ben de beste van de klas Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=ik
[voornaamwoord] - Ik is in het Nederlands een persoonlijk voornaamwoord, in de regel gebruikt als de spreker uitsluitend zichzelf in de onderwerpsvorm wil aanduiden. De overeenkomende voorwerpsvorm is mij of me. De vorm wij is de meervoudige tegenhanger van ik. == Vorm en klank == In de spreektaal wordt vaak alleen een /k/ u... Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Ik_(voornaamwoord)
[filosofie] De uitdrukking waarmee de denkende mens de eenheid van lichaam, denken en voelen aanduidt en die aldus scheidt van zijn omgeving en andere subjecten. Het vermogen om 'ik' te zeggen staat of valt met het bestaan van ononderbroken geheugen. Geheugenverlies betekent onvermijdelijk ik-verlies. Door de voorstelling va... Gevonden op https://www.cultureelwoordenboek.nl/filosofie/ik