de immigrant zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ɪmiˈxrɑnt ] Afbreekpatroon: im·mi·grant Verbuigingen: immigranten (meerv.) de immigrant - e zelfst.naamw. Uitspraak: [ ɪmiˈxrɑnt - ə ] Afbreekpatroon: im·mi·grant Verbuigingen: immigranten, immigrantes (meerv.) buitenlander die in je land komt wonen Antoniem: emigrant Synoniemen: nieuw... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/immigrant