de incubatietijd zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ɪnky'ba(t)sitɛit ] Afbreekpatroon: in·cu·ba·tie·tijd Verbuigingen: incubatietijden (meerv.) tijd tussen de besmetting met een virus of bacterie en de eerste symptomen van de ziekte medisch Voorbeeld: 'Griep heeft een incubatietijd van 1-4 dagen; de incubatietijd van aids is...
1) Broeitijd 
tijd die verloopt totdat een mens of dier na een besmetting merkbaar ziek wordt; tijd tussen een besmetting en het optreden van de eerste ziektesymptomen; incubatieperiode
Tijd die verloopt tussen het begin van een infectie en het zichtbaar worden van de ziektetekens.
tijd die tussen de besmetting (binnendringen van ziekteverwekkers) en het uitbreken van de ziekte ligt
De tijd tussen de besmetting met het virus en de eerste ziekteverschijnselen.
Incubatietijd is de tijd tussen binnendringen van ziekteverwekkers en het uitbreken van een infectieziekte. Gedurende deze tijd kunnen de verwekkers in het lichaam vaste voet krijgen en zich vermeerderen. De duur van de incubatietijd is verschillend, overeenkomstig de soort verwekker; zo bedraagt de tijd bij kinderverlamming 4 dagen tot 3 weken, bi...
tijd tussen het besmet worden en het ziek worden vb: de incubatietijd van griep is één tot zeven dagen
tijd waarin een ziektekiem sluimerend aanwezig is WOORDFEIT: De incubatietijd is de periode waarin een ziekte(kiem) al sluimerend in een patiënt of in een gebied aanwezig is, maar zich nog niet heeft geopenbaard. Het woord incubatie betekent eigenlijk 'het uitbroeden'; in de medische betekenis is dit woord figuurlijk gebruikt. Incubatie komt van h...
de periode tussen de besmetting en het daadwerkelijk ziek worden van de patiënt