inkopen, inslaan, opdoen - Voorbeeld: ‘Een jonge meid die er bekaaid uitkomt, trouwt naderhand en alles is in orde. Hoeveel waren er niet die hun borreling op voorhand ingedaan hadden?’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0012.php