ineenlopen, ineengroei en - Voorbeeld: ‘Maar zij (= de dorpen) staan er in zulk groot aantal over de streek verdeeld dat ze, op sommige plaatsen ineengeklest zitten of amper op een akkerbreedte van elkaar gescheiden zijn’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0012.php