de inenting zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'ɪnɛntɪŋ ] Afbreekpatroon: in·en·ting Verbuigingen: inentingen (meerv.) inspuiting via een naald van een geneesmiddel om een ziekte te voorkomen medisch Voorbeelden: 'inenting tegen griep' , 'Door inenting is een kind niet meer vatbaar voor een ziekte.' Synoniem: vaccinatie Synoni...
1) Dtpprik 2) Implantatie 3) Injectie 4) Inoculatie 5) Inprenting 6) Prik 7) Spuit 8) Vaccinatie 1) Geneeskundige behandeling 2) Injectie 3) Inoculatie 4) Vaccinatie 
inspuiting met een stof om ziekte te voorkomen vb: deze mensen zijn tegen inenting; ze kunnen dus ziek worden Synoniem: vaccinatie
prik met smetstof
Het opwekken van immuniteit door een injectie met een verzwakt antigeen (vaccinatie) of een antistof (seruminjectie).
Zie bij International Certificate of Vaccination. Zie ook DTP-inenting
(vaccinatie) Onvatbaar maken (= immuun) voor een besmettelijke ziekte door inenting met een vaccin.